het geloofsverhaal van...

John Sussenbach

Nu ik de 80 gepasseerd ben, denk ik regelmatig terug aan momenten in mijn leven die cruciaal waren voor mijn persoonlijke geloofsontwikkeling. Steeds meer ben ik gaan beseffen hoe belangrijk het is dat je aan het begin van je geloofsweg op het juiste spoor wordt gezet en bewust zoekt naar Gods plan voor je verdere leven.

 

Ik kwam tot geloof toen ik 16 jaar was. Ik ging daarna naar een kerkelijke jeugdgroep, die van grote betekenis is geweest voor mijn geloofsontwikkeling. De jeugdavonden stonden in het teken van geloofsgroei en getuigen. Verschillende jeugdleden gingen studeren aan een Bijbelschool en werden zendeling in het buitenland. Hoe boeiend ik dat alles ook vond, voor mijn eigen leven had ik een andere richting voor ogen. Ik ben een echte bèta-man en vakken als natuurkunde, astronomie, scheikunde, biologie en wiskunde vond ik razend interessant. Ik koos uiteindelijk voor de scheikundestudie aan de Technische Hogeschool (nu Universiteit) in Delft.

 

Alles ging goed totdat ik mij in het derde studiejaar bewust werd, dat ik de keuze voor deze studie gemaakt had zonder me af te vragen of dit Gods bedoeling was. Ik begon me af te vragen of God misschien een ander plan met mijn leven had. Had ik naar een Bijbelschool moeten gaan? Wilde God dat ik zendeling zou worden?

Die gedachten en vragen maakten mij erg onrustig, met als gevolg dat ik mijn innerlijke vrede kwijtraakte. Wat wilde God met mijn leven? Ik durfde mijn hart niet echt te openen voor God. Het heeft een aantal weken geduurd, voordat ik bereid was de touwtjes van mijn leven los te laten en me open te stellen voor Zijn leiding. Pas toen ik bewust mijn leven in Gods hand had gelegd en Hem vroeg om Zijn leiding, kreeg ik weer vrede in mijn hart.

 

Er gebeurde ook iets anders. Ik begon steeds meer te zien dat ik met mijn studie door kon gaan. Ik ging begrijpen dat God voor mij een plaats had in de wetenschap en dat ik in die wereld getuige van Hem mocht zijn. In de natuurwetenschappen is geen plaats voor God en ik mocht daar wetenschapper én gelovige zijn.

 

Het is Goddelijke humor dat ik later, naast mijn beroep als moleculair bioloog, ook tientallen jaren de gemeente heb mogen dienen als ouderling en voorganger. Maar het begon allemaal met dat moment, waarop ik mijn leven bewust in Gods hand legde en mij openstelde voor Zijn plan met mijn leven.

 

Ik heb toen geleerd hoe belangrijk het is dat een jonge gelovige na de bekering zich open stelt voor Gods leiding in het leven en gaat ontdekken welke gave(n) God gegeven heeft. Het is essentieel dat je al vroeg leert deze gaven in te zetten in de gemeente en in de wereld. Het is belangrijk dat oudere gelovigen, door hun persoonlijke betrokkenheid op jonge gelovigen, hen helpen Gods plan te ontdekken. Tot zegen voor de jonge gelovige zelf, tot opbouw van de gemeente en tot uitbreiding van Gods Koninkrijk in deze wereld.


Terug naar 'Verhalen & Getuigenissen